Reken af met uw account
Afrekenen als een nieuwe klant
Het aanmaken van een account heeft vele voordelen:
Een aardlekautomaat is een component in de groepenkast die beschermt tegen lekstroom en overstroom door overbelasting of kortsluiting. Waar een installatieautomaat beschermt tegen te hoge elektrische stromen en een aardlekschakelaar de elektrische installatie spanningsloos maakt bij een bepaalde hoeveelheid lekstroom is een aardlekautomaat in feite een combinatie van deze twee componenten.
Een aardlekautomaat heeft in principe dezelfde werking als een aardlekschakelaar in combinatie met een installatieautomaat.
Maar wat is dan het voordeel van een aardlekautomaat?
Bij een te hoge lekstroom wordt alleen de desbetreffende groep uitgeschakeld. Bij een normale aardlekschakelaar worden alle aangesloten installatiegroepen uitgeschakeld als er een bepaalde hoeveelheid lekstroom wordt gemeten. Een voordeel is dus dat je weet welke groep de lekstroom veroorzaakt. Daarnaast zorgt de EMAT aardlekautomaat ook voor een aanzienlijke besparing van ruimte in de groepenkast (zie onderstaand figuur). De groepenkast met aardlekautomaten heeft een ruimtebesparing van vier modules ten opzichte van een groepenkast met aardlekschakelaars.
Voordelen: Een aardlekautomaat combineert de aardlekschakelaar en installatieautomaat in één. Hierdoor bespaar je ruimte in de groepenkast. Bij een lekstroom blijven andere eindgroepen gewoon werken.
Nadelen: Een aardlekautomaat kan duurder zijn dan losse aardlekschakelaars en automaten. Daarnaast weet je niet altijd goed waarom de aardlekautomaat automatisch wordt uitgeschakeld. Dit kan door een lekstroom, overbelasting of kortsluiting komen.
Een aardlekautomaat is er in een 1 fase of 3 fase variant. De aardlekautomaat voor 1 fase groepenkasten is 1-polig + nul en heeft een module breedte van één of twee. De module breedte is afhankelijk van het merk. Een 3 fase aardlekautomaat is 3-polig + nul en is vier modules breed. Dat type wordt ook wel krachtaardlekautomaat genoemd.
De benodigde uitschakelkarakteristiek heeft te maken met de hoogte van de inschakelstroom. Bij een lage inschakelstroom waarvan vaak sprake is bij een woning wordt een component met uitschakelkarakteristiek B gebruikt. Bij een hogere inschakelstroom wordt uitschakelkarakteristiek C gebruikt. Dit komt vaak voor bij motoren en apparaten die gebruik maken van inductie inschakeling. Wanneer je dan uitschakelkarakteristiek B zou gebruiken slaat de installatie uit. Omdat karakteristiek C over vertragend isolatiemateriaal beschikt kan het de inschakelstroom opvangen en schakelt de groep niet uit.