Wanneer je een nieuwe meterkast in een woning plaatst, zijn er een aantal richtlijnen waarmee je rekening dient te houden. In dit artikel lees je over de belangrijkste punten omtrent het plaatsen van een nieuwe meterkast.

Deze verschillende onderwerpen worden toegelicht:

• Algemene informatie
• Meterruimte met gasaansluiting in laagbouw
• Wat te doen bij brand in de meterkast
  
  

Richtlijnen meterkast

In dit artikel vind je onder andere:

• Afmetingen meterkast
• Waar bevindt de meterkast zich
• Hoe moet de meterkast ingedeeld worden
• Welke leidingen zitten in de meterkast

Kies hier uw meterkast:

EMAT meterkast

EATON meterkast

ABB meterkast

HAGER meterkast

AEG meterkast

ATTEMA meterkast

SCHNEIDER meterkast

Aardlekautomaten

De richtlijnen zijn niet voor ieder woningtype hetzelfde. Zo bestaan er verschillen tussen woningen met een gewone gasaansluiting en woningen met stadsverwarming. Ook bestaan er verschillen tussen hoogbouw (flat en appartement) en laagbouw (woonhuis). In dit artikel lichten wij alleen de twee laagbouw varianten toe. Een variant met gasaansluiting en een variant met stadsverwarming.

Meterruimte met een gasaansluiting laagbouw

Plaats van de meterruimte
De meterruimte is bereikbaar vanuit de toegang naar de woning en is niet verder dan drie meter vanaf de toegang verwijderd. Tevens dient de meterruimte op dezelfde hoogte als de toegang te liggen (geen hoogteverschil). De meterruimte mag niet worden geblokkeerd door balken, leidingen of andere obstakels.

Afmetingen meterruimte
De deur van de meterruimte is afsluitbaar en heeft een dagmaat van minimaal 700 mm x 2050 mm. De binnenzijde moet afgewerkt worden met houtachtig materiaal van voldoende stevigheid.

 (Klik hier voor een grotere weergave)

Mantelbuizen
Mantelbuizen voor de aansluiting moeten uit één stuk bestaan. De mantelbuizen worden haaks en verticaal op de vloerplaat gemonteerd.

Overige leidingen
In de zone voor waterapparatuur wordt de watermeterbeugel op de vloer gemonteerd. Onder deze beugel mogen zich geen leidingen bevinden. Direct achter de achterwand mogen geen leidingen of andere apparatuur worden geplaatst. In de meterruimte mogen alleen leidingen geplaatst worden die een directe aansluiting hebben op een voorziening van een netbeheerder. Een stijgende koudwaterleiding mag niet horizontaal versleept worden.

De aarding mag door de bodemplaat via een vrije sparing bestemd voor CAI aangebracht worden.

Verwarmingselementen dienen op minimaal 500 mm afstand van de meterruimte geplaatst te worden

Meterruimte met een stadsverwarming laagbouw

Plaats meterruimte
De meterruimte is bereikbaar vanuit de toegang naar de woning en is niet verder dan drie meter vanaf de toegang verwijderd. Tevens dient de meterruimte op dezelfde hoogte als de toegang te liggen (geen hoogteverschil). De meterruimte mag niet worden geblokkeerd door balken, leidingen of andere obstakels.

Afmetingen meterruimte
De deur van de meterruimte is afsluitbaar en heeft een dagmaat van minimaal 700 mm x 2050 mm. De binnenzijde moet afgewerkt worden met houtachtig materiaal van voldoende stevigheid. 

 (klik hier voor een grotere weergave)

Mantelbuizen
De mantelbuizen voor de aansluiting moeten uit één stuk bestaan en mogen niet langer zijn dan vijf meter. De mantelbuizen worden haaks en verticaal op de vloerplaat gemonteerd.

Overige leidingen
In de zone voor waterapparatuur wordt de watermeterbeugel op de vloer gemonteerd. Onder deze beugel mogen zich geen leidingen bevinden. Direct achter de achterwand mogen geen leidingen of andere apparaten worden geplaatst. In de meterruimte mogen alleen leidingen geplaatst worden die een directe aansluiting hebben op een voorziening van een netbeheerder. Een stijgende koudwaterleiding mag niet horizontaal versleept worden.

De aarding mag door de bodemplaat via een vrije sparing bestemd voor CAI aangebracht worden.

Verwarmingselementen dienen op minimaal 500 mm afstand van de meterruimte geplaatst te worden.

Brand in de meterkast

Brand ontstaat vaak in de meterkast, daarom is het van belang dat je weet wat te doen bij brand in de meterkast. Daarnaast is het natuurlijk belangrijk dat brand in de meterkast voorkomen wordt. Hoe je dit doet, lees je hieronder.

Brand in de meterkast voorkomen

• Controleer je groepenkast minimaal één keer per jaar. Laat dit ook altijd door een professional (erkend installateur) doen en ga nooit zelf aan de slag.
• Zorg dat je aardlekschakelaars minimaal twee keer per jaar getest worden.
• Zorg ervoor dat alle elektrische apparaten uitstaan wanneer je de deur uitgaat of gaat slapen.
• Plaats een overspanningsbeveiliging om brand door piekspanningen te voorkomen.
• Plaats een rookmelder in de meterkast als hier ruimte voor is. Anders zo dicht mogelijk op de meterkast
• Aangezien er steeds meer apparaten worden aangesloten in een huis, is het verstandig om extra groepen in je woning aan te leggen. Zodat de huidige groepen niet overbelast raken.

 

Wat te doen bij brand

Mocht er ondanks alle voorbereidingen toch brand uitbreken? Raak dan niet in paniek en blijf kalm. Het belangrijkste is dat je eerst jezelf en overige familieleden en/of huisdieren in veiligheid brengt.

Zorg dat deuren en ramen, mits mogelijk, gesloten zijn en blijf laag bij de grond zodat je geen rook inademt. Alarmeer de buren en bel 112.

Wil je de brand zelf blussen? Gebruik dan een CO²-blusser of een sproeischuimblusser. In dit type blussers zit geen elektrisch geleidend gas en dat zorgt ervoor dat de nevenschade beperkt blijft.


Heb je nog vragen over de meterkasten, groepenkasten of een andere elektrotechnisch onderwerp? Neem dan contact met ons op via nummer 088 - 51 11 600 of stuur een mail naar klantenservice@elektramat.nl. Je kan je vraag ook stellen in het chatvenster rechtsonder in het scherm.