De EK kachels werken door middel van een weerstanddraad. Vaak krijgen wij vragen over deze kachel, omdat de spiraal niet gaat gloeien en dus niet lijkt te werken. Alleen, deze spiralen gaan ook niet gloeien wanneer ze aan staan, maar produceren wel warmte.

Deze warmte wordt de ruimte ingeblazen. Omdat de kachel de lucht in de ruimte steeds een paar graden verwarmt, zal in het begin de uitgeblazen warmte lauw aan kunnen voelen. De lucht circuleert in de ruimte, en wordt zo elke keer een stuk verwarmt. Op die manier verwarmt de EK kachel uiteindelijk de lucht tot het gewenste niveau.

Een kachel met ventilator verplaatst de warmte door middel van de ventilator. Wanneer de thermostaat meet dat de gewenste temperatuur bereikt is zal de kachel op standby gaan, totdat het weer nodig is om bij te verwarmen. De ventilator blijft draaien om de lucht in de ruimte te laten circuleren. Zo kan de thermostaat goed meten of de ruimte temperatuur nog steeds goed is. Zou de ventilator ook stoppen, dan blijft de warmte bij de kachel hangen en zal deze pas veel later weer aanslaan waardoor het in de ruimte al erg kan zijn afgekoeld.

Als u het apparaat aan- of uitzet, hoort u mogelijk een geluid. Dat is het
geluid van het materiaal dat uitzet en weer krimpt tijdens het verwarmen
en afkoelen.